MIDDEN - DELFLAND

5 november 2007 - Tweede Kamer - Den Haag

 

Ook nieuwsgierig wat uw volksvertegenwoordiger vindt van de bovengrondse aanleg langs Delft en door Midden-Delfland? Kom dan op 5 november.

Tram lijn 1; vertrek van het Abtswoudsepark om 
09.26 uur.

Neem een geldig identiteitsbewijs mee.

Op verzoek van het actiecomité 380 kV

Massale opkomst informatieavond 380 kV-leiding

Dinsdagavond 25 september luisterden 150 bewoners in het Wijkcentrum De Hofstee aan de Sandinoweg naar informatie van prof. dr. Lucas Reijnders en ir. Wessel Bakker. Reijnders sprak over de mogelijke gevolgen voor de gezondheid van de geplande hoogspanningsleiding langs Tanthof en Buitenhof. Bakker gaf inzicht in de technische en financiële voor- en nadelen van boven- en ondergrondse leidingen.

Het Delftse actiecomité 'Delft zegt NEE tegen bovengronds 380 kV' streeft ernaar dat het proces rond de hoogspanningsleiding zorgvuldig wordt doorlopen en had daartoe het initiatief tot de informatieavond genomen. Uit de massale opkomst blijkt wel dat de 380 kV verbinding de gemoederen bezig houdt. Naast gemeenteraadsleden en bewoners uit vooral Tanthof en Buitenhof waren ook delegaties aanwezig uit Zoetermeer, Oostzaan en Maarssen. Ook de burgemeester van Oostzaan de heer P. Mohlmann was aanwezig.
De voorzitter van het Delftse actiecomité ir. Lucas Meijer vertelde kort hoe het comité begon met het ophalen van duizenden handtekeningen in de wijken Tanthof en Buitenhof. Inmiddels hebben ook de gemeente Delft en Midden-Delfland zich uitgesproken voor een ondergrondse aanleg. Meijer riep de gemeenten op gezamenlijk druk uit te oefenen op kabinet en Kamer vóór een ondergronds alternatief. Op 5 november wordt de tracékeuze behandeld in de Vaste Commissie voor Economische Zaken met minister Van der Hoeven. Na behandeling in de hele Tweede Kamer stelt het kabinet het tracé vast. Tegelijkertijd loopt al het zogenaamde milieuonderzoek (MER) naar de te kiezen alternatieven binnen het tracé. Daarbij gaat het vooral om de keuze tussen ondergronds en bovengronds.

Corona-effect en fijn stof

Uit eerder wetenschappelijk onderzoek was al bekend dat er een relatie was tussen leukemie bij kinderen en hoogspanningsleidingen. Recenter onderzoek wijst op een nieuwe bedreiging voor de volksgezondheid. Lucas Reijnders legde uit dat er internationaal onderzoek is gedaan naar het zogenaamde corona-effect. 

Dit houdt in dat het elektromagnetisch veld van hoogspanningsleidingen fijn stof in de lucht van een elektrische lading kan voorzien. Fijn stof wordt daardoor geïoniseerd en blijft beter 'plakken' aan de huid en vooral in de longen. Dit geeft een verhoogde kans op huid- en longkanker. Door de overheersende zuidwestenwind gaat dit corona-effect vooral optreden in Tanthof en Buitenhof binnen een benedenwindse afstand van enkele honderden meters van de leidingen. Een voorzichtige schatting is dat in dit gebied sprake zal zijn van een toename van 20% tot 60% van de afzetting van geïoniseerd fijn stof als gevolg van het elektromagnetisch veld. Delft en Midden-Delfland kennen toch al een hoge druk van fijn stof. De combinatie van de A4 en de bovengrondse leiding zal het corona-effect versterken.


Prof. dr. L. Reijnders over het Corona-effect en fijnstof

Reijnders benadrukte dat hoe kleiner de deeltjes, des te gevaarlijker, omdat zij gemakkelijk ver in het lichaam kunnen doordringen. Verder onderzoek vindt nog plaats naar het effect op andere vormen van kanker. Reijnders vond dat hier het voorzorgsprincipe moet worden toegepast wat zou betekenen dat de hoogspanningskabels in verband met de te vermijden effecten beter onder de grond kunnen worden geplaatst
Professor Reijnders vreesde dat het gezondheidsaspect onvoldoende in het milieuonderzoek (MER) van het kabinet wordt meegenomen.

Ondergronds biedt veel voordelen

Wessel Bakker gaf uitleg over de financiële en technische aspecten van ondergrondse en bovengrondse aanleg. Naarmate de kabel langer is wordt ondergrondse aanleg goedkoper en komt dan in de buurt van de kosten van bovengrondse aanleg. Bij grote afstanden is het zelfs goedkoper. Ondergronds biedt echter nog veel meer voordelen, zo stelde hij. In de eerste plaats is er geen sprake meer van gezondheidsbedreigende straling, dus geen corona-effect. Verhoogde kans op leukemie bij kinderen en huid- en longkankerrisico's verdwijnen.Tweede voordeel is het ruimtebeslag. Bovengronds vergt 100 tot 300 meter tegen ondergronds 4 tot 15 meter. Dit betekent dat de trajectkeuze veel flexibeler kan zijn. Tevens hoeven er minder of geen gebouwen of woningen te worden gesloopt, hetgeen minder planschade betekent. Er is geen horizonvervuiling meer, dus geen aantasting van waardevolle landschappen. De geluidshinder bij regen en mist valt weg, geen ijsafzetting en geen vogels die tegen de kabels vliegen. Als laatste wees hij op het feit dat omwonenden veel minder moeite hebben met een ondergrondse kabel. Hierdoor zullen er veel minder bezwaarschriften zijn. In een dichtbevolkt land als Nederland scheelt dat veel tijd in de procedure en dus in de kosten. Het bedrijf waarvoor hij werkt, heeft onder andere in Australië in een groot natuurgebied ondergrondse kabels over een lengte van 180 kilometer aangelegd. Hiervoor hebben ze meerdere natuur- en milieuprijzen gewonnen. Er is wel een verschil in prijs tussen twee verschillende soorten ondergrondse kabels, namelijk wisselstroom en gelijkstroom. Gelijkstroom is vooral geschikt voor de langere trajecten. In dit geval dus voor het deel tussen Zoetermeer en Beverwijk.
Wisselstroom is duurder dan gelijkstroom, maar op korte trajecten, zoals tussen Zoetermeer en Wateringen, weer goedkoper. Zijn eindconclusie was dat de techniek van de ondergrondse hoogspanningsleidingen superieur is aan die van de bovengrondse masten. Tevens worden enorm veel maatschappelijke kosten bespaard. Er blijven eigenlijk geen argumenten over voor een bovengrondse aanleg.

Bron: 26 september 2007. Persbericht van het actiecomité ‘Delft zegt NEE tegen bovengronds 380 kV’


Hoogleraar Reijnders: bovengrondse hoogspanningsleiding gevaarlijk voor volksgezondheid

Op dinsdag 25 september houdt het actiecomité Delft zegt NEE tegen bovengronds 380 kV een infobijeenkomst in het wijkcentrum Tanthof De Hofstee.aan de Sandinoweg. Het actiecomité heeft eerder dit jaar al enkele duizenden handtekeningen opgehaald in de wijken Tanthof en Buitenhof, waarlangs een nieuwe hoogspanningsleiding komt te lopen. De hoogspanning op deze nieuwe leiding is meer dan tweeënhalf maal zo zwaar als op de bestaande 150 kV-leiding langs de Kruithuisweg. Twee sprekers zijn uitgenodigd.

Geïoniseerd fijn stof

Prof. dr. L. Reijnders van de Universiteit van Amsterdam gaat in op internationaal onderzoek over de combinatie van hoogspanningsleidingen en fijn stof. 

Dit is bijvoorbeeld afkomstig van de A4 en de Rotterdamse haven. Er zijn sterke aanwijzingen dat door elektromagnetische velden zoals die optreden in de buurt van hoogspanningsleidingen de blootstelling aan gevaarlijk fijn stof kan worden vergroot. De elektromagnetische velden kunnen leiden tot oplading van deeltjes, het concentreren van deze deeltjes en tot een vergrote afzetting ervan in de longen. Effecten van hoogspanningsleidingen kunnen benedenwinds tot op een afstand van honderden meters merkbaar zijn. Het effect van hoogspanningsleidingen is waarschijnlijk het sterkst op deeltjes met een relatief kleine diameter (10-200 nanometer), die relatief schadelijk zijn voor de gezondheid.


Collage van de nieuw aan te leggen bovengrondse hoogspanningsleiding van 380.000 volt langs de 
Delftse wijken Tanthof-Oost, Tanthof-West en
Buitenhof/Kerkpolder.

Kosten ondergronds versus bovengronds

De heer Wessel Bakker van het Zweedse elektrotechnische bedrijf Asea Brown Boveri geeft informatie over de technische aspecten en kosten van een ondergrondse versus een bovengrondse aanleg. Op een bijeenkomst eerder dit jaar hebben in het Wijkcentrum De Hofstee voorlichters van het ministerie van Economische Zaken en Tennet (de beheerder van het elektriciteitsnet) gezegd dat bovengronds zeven maal duurder is dan ondergronds. Inmiddels heeft het kabinet de Tweede Kamer laten weten dat het vier maal duurder is. Uit berekeningen van de gemeente Amersfoort en van het Delftse actiecomité blijkt dat het eerder twee tot drie maal duurder is. In geld uitgedrukt gaat het hierbij om miljoenen. Wessel Bakker is gevraagd hier op in te gaan.

De voorzitter van het Delftse actiecomité 380 kV, ir. L. Meier, zal ingaan op wat het comité tot nu toe heeft gedaan, wat de stand van zaken is in de politiek en welke acties nog verwacht mogen worden.

Informatie:
ir. L. Meijer, tel. 015-2616391, lmmeijer@xs4all.nl

Bron: Persbericht 19 september 2007


Informatiebijeenkomst Hoogspanning 380 kV

DELFT - Dinsdag 25 september a.s. is er een informatiebijeenkomst georganiseerd door de groep "Delft zegt NEE tegen 380 kV". Deze groep voert actie tegen het kabinetsvoornemen over het aanleggen van een bovengrondse hoogspanningsverbinding door het natuurgebied Midden-Delfland, het Kerkpoldergebied en vlak langs de kinderrijke woonwijken van Delft.


Als sprekers zijn in ieder geval aanwezig Prof. Dr. Lucas Reijnders van de Universiteit van Amsterdam en de heer Bakker van ABB. De heer Reijnders is deskundige op het gebied van fijnstof in combinatie met hoogspanning en zal ook vertellen over gevolgen voor onze gezondheid. De heer Bakker van ABB zal het nodige vertellen over hun HVDC Light Systeem en over de (on)mogelijkheden van grondkabel versus hoogspanningslijnen. 

Deze avond zal plaatsvinden in wijkcentrum de Hofstee aan de Sandinoweg 149 in de wijk Tanthof-West (naast de bibliotheek). De avond zal van start gaan om 20.00 uur, de zaal is open vanaf 19.30 uur. De informatieavond eindigt uiterlijk om 22.00 uur. Uiteraard is iedereen van harte welkom en zal er gelegenheid zijn tot het stellen van vragen. De verwachting is dat naast de nodige pers ook de (plaatselijke) politiek aanwezig zal zijn. Meer informatie over dit onderwerp en deze avond kunt u binnenkort vinden op onze site: www.delftgaattegendestroomin.com.

Delft gaat tegen de stroom in - geen 380 kV

Geen nieuwe hoogspanningsmasten door Midden-Delfland a.u.b.

7 mei 2007. Tot 14 mei a.s. kan bij het Inspraakpunt 'Startnotitie MER 380KV hoogspanningsverbinding Wateringen - Zoetermeer' gereageerd worden op het voorstel voor een nieuwe hoogspanningsverbinding die ook door een deel van Midden-Delfland moet gaan. Effecten voor de gezondheid en het lelijke aanzicht zijn een paar redenen voor een ondergrondse aanleg. Maar of dat ook gaat gebeuren?

Protesten tegen het voorstel voor een nieuw hoogspanningstracé door het Midden-Delfland gebied groeien. Diverse organisatie, die in het Midden-Delfland gebied werkzaam, zijn hebben gereageerd. Veel mensen in de wijk Tanthof (Delft) en de bewoners van de boerderijen die aan het geplande tracé, liggen zijn erg bezorgd over de mogelijke gevolgen van een dergelijk 380KV leiding. Daarnaast zijn de hoogspanningsmasten en draden niet bepaald een sierraad in het landschap. Ook de gevolgen voor de vogels zijn niet positief. In een gebied als Midden-Delfland, dat heel vogelrijk is, hoort een bovengrondse leiding eigenlijk niet. De ondergrondse oplossing kost meer geld, maar is dat zeker waard!  
Ook burgemeester Rodenburg heeft bij het bezoek van minister Eurlings duidelijk gemaakt dat deze leiding ondergronds moet.

Hieronder zijn twee reacties van organisaties weergegeven tegen de bovengrondse aanleg van de 380KV leiding.
Ook u kunt nog reageren tegen dit geplande infrastructuur project in (Midden-)Delfland.

Huidige hoogspanningsleiding vanuit Wateringen via Den Hoorn naar Delft en Rotterdam


Drie Midden-Delflandse organisaties maken bezwaar tegen een 380 KV hoogspanningsleiding door Midden-Delfland

15 februari 2007. De Midden-Delfland Vereniging, Midden-Delfland is Mensenwerk en de Agrarische Natuurvereniging Vockestaert tekenen bezwaar aan tegen een nieuwe hoogspanningsleiding aan de Delftse rand van Midden-Delfland.

In een ontwerpplanologische kernbeslissing heeft het kabinet een keuze gemaakt voor een nieuw hoogspanningstracé in de zuidelijke randstad. Hierin is opgenomen dat het tracé voor een nieuwe 380 kV-verbinding ten westen van Delft door het recreatiegebied Kerkpolder en ten zuiden van Delft door Midden-Delfland, met name het recreatiegebied Abtswoude gaat lopen.
De drie organisaties zijn van mening dat het 380 kV-tracé zo min mogelijk de functie en de sfeer van Midden-Delfland dient te verstoren. Hiervoor is een zorgvuldige inpassing van het hoogspanningstracé nodig. Om de negatieve effecten zoveel mogelijk te beperken, dringen de organisaties met klem aan op een ondergronds tracé.

Momenteel ligt er langs de Kruithuisweg al een 150 kV-verbinding. Om te voorkomen dat er straks twee aparte hoogspanningstracés met de daarbij horende ruimteclaims en effecten door Midden-Delfland gaan lopen, dienen beide tracés in elk geval te worden gecombineerd tot één ondergronds tracé.

Midden-Delfland is een belangrijk recreatie- en natuurgebied voor de inwoners van Midden-Delfland, Den Haag en Delft. De kracht van dit gebied is dat dit een van de weinige open gebieden is in de zuidelijke randstad. De inpassing van een hoogspanningstracé door dit open groene gebied is dan ook ongewenst.

Bij de verdere uitwerking van het tracé, dient ten behoeve van de zorgvuldige inpassing, in meer detail te worden uitgewerkt wat de effecten van een bovengrondse verbinding zouden zijn. De organisaties vrezen negatieve effecten op de mens, de ecologie, met name de (trek-)vogels, de zichtlijnen door het landschap, de cultuurhistorie en archeologische waarden, storende elektrische en magnetische velden die recreatief gebruik beïnvloeden, direct en indirect ruimtegebruik door de belemmeringen voor beplanting en gebruik, etc.

Het allerbeste is daarom voor een geheel andere verbindingsroute te kiezen en de onvermijdelijke delen van het tracé in Midden-Delfland eventueel dan maar ondergronds aan te leggen.

De Midden-Delfland Vereniging
de AN Vockestaert
en de stichting Midden-Delfland is Mensenwerk

Nader contact met G.D. van Oord tel. 06 53 360111


KNNV afd. regio Delft tegen de 380kV bovengronds

Datum: 1 mei 2007.
Onderwerp: Startnotitie MER 380 kV Hoogspanningsverbinding Wateringen - Zoetermeer
Kenmerk: POE, 20070501

Inspraakpunt
Postbus 30316
2500 GH DEN HAAG

Geachte mevrouw M.J.A. van der Hoeven,

Als natuurvereniging voor Delfland wil de KNNV afd. Regio Delft in het bijzonder pleiten voor het in de MER opnemen van het onderzoek naar de natuurwaarden die in het gedrang komen door de aanleg van de 380 kV leiding. Tegelijkertijd zijn wij van mening, dat in het bijzondere veenweidegebied tussen Pijnacker - Nootdorp, Lansingerland, Delft en Midden Delfland de onderlinge historische en actuele relatie tussen de natuurwaarden en de culturele waarden met de locale economische positie van het gebied in hun samenhang onderzocht moeten worden.
In het kader van de MER is in het in samenhang onderzoeken van natuur- en cultuurhistorische aspecten met de locale economische aspecten wellicht een juridisch novum. Wij verwijzen naar paragraaf 5.2.6. blz. 57 'Overige aspecten' van uw Startnotitie waar gesteld wordt dat o.a. het kostenaspect wordt meegenomen. Wij pleiten er voor om dit aspect uit te breiden tot onderzoek naar de bedreigingen, de schade en kosten voor de locale economie.
De bijzondere positie van het gebied berust immers op de samenhang tussen natuur, cultuur en economie. Als minister van Economische Zaken voor het Christen Democratisch Appèl moet deze samenhang in het kader van het rentmeesterschap voor u van speciale betekenis zijn.

Achtereenvolgens zullen wij kort aangeven welke natuurhistorische en cultuurhistorische waarden en welke locale economische aspecten zich verzetten tegen een bovengrondse aanleg. Overigens ondersteunen wij mede het verzoek van het Belangenplatform Tanthof uit Delft om ook de medische aspecten van een bovengrondse aanleg grondig te onderzoeken.

Natuurhistorische waarden

De MER dient de volgende natuurhistorische waarden te onderzoeken en mee te laten wegen:

1. De Ecologische Hoofd Structuur
De Groenblauwe Slinger (GBS) tussen Delft en Zoetermeer is op een aantal plaatsen van kritische omvang en staat sterk onder druk als onderdeel van de Ecologische Hoofd Structuur. Als tegenwicht voor de toegenomen verstedelijking wordt juist deze groenblauwe structuur ontwikkeld waarbij forse investeringen zijn gemoeid, die door de gezamenlijke overheden in verschillende overeenkomsten zijn vastgelegd. De GBS verbindt het Kleine Groene Hart (Midden-Delfland) met het grote Groene Hart in Midden-Holland. De aanleg van een bovengrondse hoogspanningsleiding snijdt als een mes deze verbinding doormidden.

2. De Zuidpolder van Delfgauw
De Zuidpolder van Delfgauw is aangewezen als compensatiegebied als gevolg van verlies van het areaal aan veenweidengebieden. Compensatie in een compensatiegebied is ons inziens onmogelijk.

3. Drie beschermde vogelreservaten
Binnen het zoektracé tussen Pijnacker, Delft en Midden-Delfland liggen drie beschermde vogelreservaten: de Ackersdijkse Plassen, de Eendenkooi Zuidpolder en de Eendenkooi Schipluiden. In dit gebied verblijven vele vogelsoorten waaronder rode lijstsoorten, die in het gebied zelf en de aanliggende veenweidenpolders (in dit verband vooral de Zuidpolder van Delfgauw, De Polder van Biesland, de Ackersdijkse Polder, de Lage Abtswoudsche Polder, de Polder Noord Kethel, de Zouteveense Polder, de Kerkpolder, de Klaas Engelbrechts Polder en de Woudse Polder) foerageren. In de winterperiode vinden hier grote aantallen overwinteraars hun rustplaats. Het gaat om duizenden smienten en wintertalingen, kuifeenden, slobeenden en krakeenden, tafeleenden en pijlstaarten enz. Verder bevinden zich hier jaarrond een kolonie aalscholvers, groepen grote zilverreigers en lepelaars en in toenemende mate roerdompen. Tevens is het hele gebied van groot belang voor de duizenden grauwe-, kol-, brand-, kleine riet-, Canadese, Nijl- en Indische ganzen en kleine-, wilde en knobbelzwanen.
Een aantal organisaties in het gebied, waaronder met name de omliggende gemeenten via het Groenfonds en de Agrarische Natuurvereniging Vockestaert, investeren veel geld en tijd in het behoud van de weidevogelpopulatie met grutto's, wulpen, tureluurs, veldleeuweriken, kemphanen, patrijzen en kieviten etc. Het behoud van de grutto, als één van de meest bedreigde weidevogels in het gebied, vormt hiervan de speerpunt. Midden-Delfland is tevens een van de resterende broedgebieden van de steenuil, waarvoor een apart beschermingsprogramma is opgezet.
Tot slot willen wij als KNNV in het bijzonder wijzen op de grote populatie gierzwaluwen met name in de oude Delftse binnenstad, die de omliggende veenweidengebieden gebruiken om te foerageren. Deze groep vogels blijft in uw Startnotitie ongenoemd.

De gevolgen van de aanleg van een bovengrondse hoogspanningsleiding op de vogelbewegingen en de vogeltrek overdag, maar met name ook 's nachts, zijn in strijd met de Flora- en faunawet. Het treffen van compenserende maatregelen in het kader van de wet achten wij onmogelijk, omdat er simpelweg niet méér veenweidengebieden in dit gebied zijn.

4. Vleermuizenkolonies
In de Startnotitie wordt alleen het voorkomen van vleermuissoorten in Deelgebied 1 Wateringen - Zuidwest Delft (de ruige en gewone dwergvleermuis) en in Deelgebied 3 Delft-Pijnacker (ruige en gewone dwergvleermuis, meervleermuis en laatvlieger) genoemd. Terloops wordt gemeld dat het hier slechts een foerageerfunctie betreft aangezien vleermuiskolonies niet bekend zijn.
In de eerste plaats kan opgemerkt worden dat ook in Deelgebied 2 Delft Zuid langs het bebouwingslint van Abtswoude wel degelijk het voorkomen van de ruige en gewone dwergvleermuis en de meervleermuis geconstateerd is.
Ten tweede wordt het niet bekend zijn van vleermuiskolonies simpelweg veroorzaakt door het feit dat daarnaar tot nu toe nog onvoldoende onderzoek heeft plaatsgevonden. Onze stelling is dat indien onderzoek naar het voorkomen van vleermuiskolonies wordt gedaan, zal blijken dat deze wel degelijk in het gebied voorkomen. De KNNV pleit er dan ook voor dit onderzoek in het kader van de MER te laten verrichten. Tevens dient onderzocht te worden wat het effect van een bovengrondse hoogspanningleiding is op het voorkomen van foeragerende vleermuizen en de voorkomende kolonies.

De Startnotitie heeft gelijk als gesteld wordt dat delen van het veenweidegebied geen beschermde natuurfunctie hebben. Maar dit ontkent volledig de grote en gezamenlijke inspanningen van de overheden, natuurorganisaties, boeren en burgers in het gebied om de aanwezige natuurwaarden te beschermen en te ontwikkelen. De aanleg van een bovengrondse hoogspanningsleiding maakt het welhaast onmogelijk dat het gebied in de toekomst als beschermd natuurgebied zal kunnen worden aangewezen.

PM: In de Startnotitie wordt in paragraaf 2.3.3 'Gemeentelijk niveau' in tabel 2.3 het bestemmingsplan Buitengebieden van de gemeente Delft niet genoemd. De uitgangspunten en bepalingen van dit bestemmingsplan botsen ons inziens volledig met een bovengrondse aanleg.

Cultuurhistorische waarden

Midden-Delfland is sinds 1999 aangewezen als Belvédèregebied. Het is een bijzonder veenweidegebied, karakteristiek door zijn specifieke en nog goed leesbare ontstaansgeschiedenis. Het is een open landschap van graslanden, sloten, koeien, geriefbosjes, knotwilgen en erven en een archeologische goudmijn met een geschiedenis die teruggaat tot ver voor de Romeinse aanwezigheid. Het specifieke van dit gebied is vooral de combinatie van intimiteit en open ruimte. Dit karakter zou door de enorme visuele impact van de bovengrondse hoogspanningsleiding, naast de al bestaande grote infrastructurele werken (spoorwegen, snelwegen en de bestaande 150 kV leiding) met één klap worden vernietigd. Een belangrijke rol speelt hierbij dat, in tegenstelling tot de bestaande infrastructuur, de nieuwe hoogspanningsleiding het beeld van het landschap in oost-westrichting doorsnijdt. Dat is één doorsnijding te veel.

Locale economische positie

In toenemende mate is voor de ontwikkeling van een gezonde locale economie in het Kleine Groene Hart een integrale benadering van natuur, cultuur, landschap, zorgverlening, recreatie en melkveehouderij van groot belang. De overheden en inwoners van het gebied onderkennen deze integrale benadering steeds meer. Van de vele initiatieven, die blijk geven van deze integrale benadering noemen wij er slechts twee:

1. Reconstructiewet Midden Delfland 1977
Deze wet heeft de grondslag gelegd voor een integrale benadering. Voor zover ons bekend is de Reconstructiewet nog steeds van kracht. De aanleg van de leiding dient derhalve getoetst te worden aan de doelstelling van deze wet. Artikel 2 luidt als volgt: "Ter bevordering van een goede ruimtelijke ordening en in verband daarmede ter behartiging van de belangen van de landbouw, van natuur en landschap en van de openluchtrecreatie in Midden-Delfland, vindt aldaar een reconstructie plaats op de voet van het bepaalde in deze wet." Ons inziens botst de aanleg van een bovengrondse leiding in elk geval met de doelstelling van de Reconstructiewet.

2. Groenfonds Midden Delfland
Dit Groenfonds is opgericht door de gemeenten in het gebied. De doelstelling is de melkveehouderij te ondersteunen, nieuwe ecologische verbindingen tussen stad en platteland te realiseren en recreatieve ruimte voor omliggende steden te scheppen. Inmiddels is een krachtige vereniging van melkveehouders en burgers opgericht. Dit is de Agrarische Natuurvereniging Vockestaert (ANV), gesteund door de Westelijke Land- en Tuinbouworganisatie. De ANV realiseert mede de doelstellingen van het Groenfonds. Dit heeft er toe geleid dat de natuurlijke, cultuurlijke, recreatieve en economische positie van het gebied is versterkt. De aanleg van een bovengrondse hoogspanningsleiding doorkruist deze aanpak. Dit zal ons inziens niet opwegen tegen de meerkosten van een ondergrondse aanleg die, naar wij van een woordvoerder van Tennet begrepen hebben, afgeschreven kan worden over een periode van 25 jaar.

De KNNV pleit er voor alle genoemde juridische, natuur- en cultuurhistorische, recreatieve, maatschappelijke en economische aspecten integraal te onderzoeken in de MER. Wij zijn er van overtuigd dat, indien de aanleg van de hoogspanningsleiding al noodzakelijk is, het onderzoek in het kader van de MER zal uitwijzen dat alleen een ondergrondse aanleg aanvaardbaar kan zijn en dan nog alleen door met de uiterste zorgvuldigheid rekening te houden met alle door ons genoemde aspecten.

Hoogachtend
G. van Poelgeest, H. van 't Hart
voorzitter secretaris Natuurbescherming